Nieuws | ‘Verschillende routes leiden naar de markt’

Nieuws | ‘Verschillende routes leiden naar de markt’

Het verdienvermogen van de land- en tuinbouw staat volop in de belangstelling bij boeren en burgers. Boeren en tuinders kiezen verschillende strategieën om een plek in de keten te vinden. Dat gebeurt in een aantal gevallen in goed overleg met de retail of juist via een ander kanaal.

Veel boeren voelen een gebrek aan waardering bij hun afnemers. Door toenemende duurzaamheidseisen en stijgende kosten maken zij zich zorgen over het inkomen en de toekomst van hun onderneming. Het verbeteren van het verdienvermogen in de land- en tuinbouw is daarom de afgelopen jaren uitgegroeid tot een belangrijk onderwerp. Vaak wordt gewezen naar de marktmacht van de grote (internationale) supermarktketens tegenover de kleine producenten.

Niet voor niets heeft voorzitter Sjaak van der Tak van LTO Nederland het thema verdienmodel tot speerpunt van de organisatie gemaakt. Hij voert overleg met andere landbouworganisaties, supermarktketens en partijen uit de levensmiddelenindustrie. Begin april hoopt hij afspraken te kunnen maken met de betrokkenen.

Altijd te duur

Akkerbouwer Martin Topper uit Dronten, met onder meer gekleurde peen, snapt de kritiek op de supermarkten wel. ‘Als ik met supermarkten spreek, gaat het altijd eerst over de prijs. Het is altijd te duur.’ Zelf heeft hij zich meer gericht op horeca en maaltijdboxen, waar zijn niet-alledaagse producten aanslaan.

Ook stelt Topper dat de retail het risico gemakkelijk naar de teler verschuift. Wanneer de weersomstandigheden ervoor zorgen dat zijn gekleurde peen de afgesproken lengte en gewicht niet haalt, levert dat discussie op. ‘Het is moeilijk, maar ik kan ook niet bepalen of een peen groter of kleiner wordt. In de horeca is dat anders. Daar kijken ze vooral naar kwaliteit.’

Het stoort de Flevolandse ondernemer dat de boer zijn verlies moet nemen. ‘We maken afspraken over levering van 100 procent. Daarvan hoeven ze maar 60 procent af te nemen, waardoor jij kunt blijven zitten met de rest. Waarom hebben we dan een contract met de supermarkten? Ze kunnen er altijd onderuit.’

Zijn ervaring is dat supermarkten in het buitenland daar anders mee omgaan. ‘Als een product niet loopt, proberen ze dat te verbeteren. Ze gaan er wel mee door.’ Topper is niet alleen maar negatief over supermarkten. ‘Het is niet zo dat ze alles slecht doen, maar hier kunnen ze wel een slag maken.’

Overmacht

Plantenkweker Wessel Willemsen uit het Gelderse Bemmel herkent de strikte leveringsvoorwaarden ook, maar ervaart dat er bij overmacht, zoals een bloeistadium dat nog niet is bereikt, wel wat te regelen valt. Wel vindt hij de ene keten strenger dan de andere. Willemsen kent zijn concurrenten vaak persoonlijk, maar heeft niet de indruk dat ze door grote marktpartijen tegen elkaar worden uitgespeeld. Bij grote orders koopt hij soms producten bij hen in om voldoende te kunnen leveren.

Als het gaat om duurzaamheid, is de retail bereid mee te denken, zegt de kweker. ‘We beleveren sinds anderhalf jaar Albert Heijn. Zij willen vernieuwing en willen daarvoor betalen. Ze denken mee.’ Supermarkten accepteren een meerprijs voor een duurzamer product heus wel, zegt Willemsen. ‘Als de kweekpot recyclebaar moet zijn, dan kost dat meer. De supermarkt is best bereid dat te betalen.’

Biologische pompoenenkweker Jeroen Robbers uit het Gelderse Erichem ervaart ook dat de retail bereid is de prijs te betalen. ‘Wij doen bio en dan heb je een iets andere relatie. Er is vraag naar ons product. Er is schaarste en dan heb je in de markt een betere positie. Wij hebben duurzaam toegevoegde waarde.’

Omschakelen

Dat is het advies dat Robbers anderen ook wil meegeven. ‘Als ze wijs zijn, schakelen ze om. De inzet die je doet, wordt betaald. In de biologische akkerbouw is bijvoorbeeld weinig aanbod. Daar wordt goed verdiend. Boeren die klagen, willen de slag niet maken. Dan heb je een kans gemist. Je had al duurzaam kunnen zijn. Als je gecorrigeerd moet worden door de overheid of de retail en de consument, heb je niets te vertellen. Je moet zelf schakelen.’

Voorzitter René Cruijsen van de coöperatie Eko Holland doet naar tevredenheid zaken met diverse supermarktketens, zoals Albert Heijn en Jumbo. ‘We maken in Nederland als coöperatie lange termijnafspraken met supermarktketens. Ik heb van mijn vader geleerd dat je coöperatief moet optreden. Dan kun je een vuist maken. Als je een goede verhouding hebt met de supermarkten, zijn ze best bereid om rekening met je te houden’

‘Boeren zijn bang dat ze met hun producten blijven zitten, maar die producten moeten toch in de winkel zijn’, legt Cruijsen uit. ‘De klanten verwachten dat. Appels zijn nu duur, maar die pakken de supermarkten ook mee. Als iemand ze nu goedkoper aanbiedt, kiezen ze die. Logisch. Dat doet een boer toch ook als hij voer inkoopt.’

‘Ik snap het probleem niet’, zegt de voorzitter van Eko Holland over de prijsdiscussie. ‘Je gaat toch geen sperziebonen voor 20 cent per kilo leveren. Dan moet je een keer nee zeggen. Ga niet onder de prijs van je collega door. En ja, wij zitten in een nichemarkt, dat maakt het anders. We hebben minder concurrentie. Maar we nemen ook geen leden aan als er geen afzet voor hun melk is.’

Cruijsen is kritisch op de blokkades van distributiecentra. ‘Het heeft volgens mij geen zin om bij de Jumbodirecteur op de stoep te gaan staan om om meer geld te vragen. Het zijn toch meestal de coöperaties die de afspraken maken. Kijk in de spiegel. Vaak ligt het aan jezelf.’

Lees meer op de website van Nieuwe Oogst.

Bron: Nieuwe Oogst (26 februari 2021)