24 aug Nieuws | Drijfmest kan kunstmest in pootaardappelen vervangen
Door rundveedrijfmest onder de pootrij te brengen, kan in pootaardappelen dezelfde opbrengst worden gerealiseerd als met een standaard kunstmeststikstofgift. Dat blijkt uit een proef van Delphy die in 2020 in Swifterbant is uitgevoerd in het kader van het Flevolandse Actieplan Bodem & Water.
Ondanks dat de opbrengst in de proef met verschillende bemestingsmethoden in 2020 tegenviel, kan een interessante conclusie worden getrokken. De opbrengst bij de standaardgift was 21 ton per hectare en bij drijfmest in de rij 22 ton per hectare. De aardappelen die waren bemest met de standaardgift, gaven 22 knollen per vierkante meter, bij drijfmest in de rij waren dat 23 knollen per vierkante meter. De andere bemestingsmethode was het volvelds toedienen van drijfmest, waarbij de opbrengst uitkwam op 25 ton per hectare en het aantal knollen 27 per vierkante meter.
Het doel van de proef is om te onderzoeken of het mogelijk is om alternatieve bemestingsmethoden toe te passen die potentieel minder emissie van nutriënten oplevert, zonder dat het tot opbrengstderving leidt.
Dat de resultaten van het volvelds toedienen hoger zijn dan de andere twee methoden is logisch te verklaren, stelt Niek Vedelaar van Delphy op de veldbijeenkomst over de aardappelteeltinnovatie in Swifterbant op 5 augustus. ‘De dosering bij deze gift was 30 ton per hectare en er wordt meer vocht toegediend waardoor meer water beschikbaar is. Ook omdat 2020 extreem droog was, heeft deze methode een voorsprong gehad in het begin en gedurende het groeiseizoen.’ Bij de toediening in de pootrij is maar de helft, dus 15 ton per hectare gegeven.
‘De resultaten laten zien dat drijfmest in de rij de kunstmestgift in de pootaardappelteelt kan vervangen.’ Vedelaar benadrukt dat dit de conclusie is op basis van eenjarig onderzoek. ‘Maar de uitkomst is zeker bemoedigend, want met drijfmest in de rij heb je maar de helft van de mest nodig en dat betekent meer mestruimte. Ook is er mogelijk minder emissie naar bodem- en oppervlaktewater.’ Volgens Delphy is er tevens potentie voor de aardappelconsumptieteelt, waar drijfmesttoepassing gangbaarder is.
Bij de bemestingsproef is ook gekeken naar de stikstof in het bodemvocht in het najaar van 2020. Dergelijke metingen worden eveneens verricht binnen het project ‘Beter benutten stikstof’ onder de vlag van het Actieplan Bodem & Water samen met het Flevolands Agrarisch Collectief. Voor dit project hebben 33 bedrijven in Flevoland zich aangemeld.
‘Het doel van de stikstofmeting is om te kijken hoeveel stikstof achterblijft in de bodem en hoe deze stikstof beter kan worden benut’, zegt projectleider Sandra Lenders van het Actieplan Bodem & Water. ‘Ook is het interessant om te kijken of de meting ondernemers kan helpen om aangrijpingspunten te vinden in hun bedrijfsvoering.’
Uit de meting bleek dat aardappelen ongeveer 100 tot 130 kilo stikstof per hectare nalaten. Dat correspondeert met de bemestingsproef. Vedelaar: ‘Het is bekend dat een aardappel inefficiënt is in stikstof benutten. Gewassen als granen en suikerbieten halen met de wortels beter stikstof uit de grond.’ Vanuit stro, groenbemesters en organische mest komt stikstof beschikbaar. ‘Wanneer dit vrijkomt en of volggewassen dit kunnen benutten, is onduidelijk’, zegt Lenders. ‘Stikstof is een belangrijke reststroom. Dor daar goed op in te spelen, profiteren het gewas, uw portemonnee en het milieu.’
Het Actieplan Bodem & Water wil gebiedsgericht onderzoeken of daarin nog winst valt te behalen. Bemesting met drijfmest in de rij bij aardappelen past hier goed bij. Vedelaar: ‘De tijd van ‘zomaar’ stikstof erbij strooien hebben we gehad.’ Dit jaar zijn in Swifterbant dezelfde proeven opnieuw aangelegd. Binnenkort worden de aardappelen gerooid. De resultaten volgen kort daarna.
Bron: Nieuwe Oogst (10 augustus 2021)