30 jun Nieuws | Directeur De Groene Weg: ‘Laatste tien jaar heeft eenieder verdient’
Biologisch vlees heeft de wind in de zeilen. Allard Bakker, algemeen directeur van De Groene Weg, verwacht dat de Europese markt voor biologisch vlees met 10 procent per jaar gaat groeien. In Nederland blijft de afzet van biologisch, met een productieaandeel minder dan 4 procent, achter. Daar valt nog een flinke inhaalslag te maken.
Biologisch is booming. Dat was toen Allard Bakker tien jaar geleden bij De Groene Weg kwam wel anders. Toen was er een grote wederzijdse afhankelijkheid, omdat De Groene Weg de enige afnemer van biologische varkens was. Die situatie is nu wezenlijk anders. De vraag naar biologisch vlees wint terrein en voor producenten van varkensvlees is er nu wat te kiezen. Een goede zaak, noemt Bakker dat. Het houdt de schakels scherp.
In Nederland heeft De Groene Weg een marktaandeel van 75 procent. In februari maakte de organisatie tijdens de biologische beurs Biofach bekend De Groene Weg ook uit te rollen naar Duitsland. Bakker ziet daar kansen voor zijn organisatie. De afzet van biologisch varkensvlees steeg in 2020 in Duitsland namelijk met 48,9 procent naar 11.534 ton.
Hoe ver bent u in Duitsland?
‘Covid-19 gaf wat vertraging, maar nu de maatregelen versoepelen, starten wij de gesprekken met Duitse varkenshouders. Tijdens en kort na de Biofach meldde zich een vijftiental belangstellenden. In de Duitse markt is op dit moment veel onzekerheid en het vergunningentraject is er net als in Nederland lastig, maar er liggen goede kansen voor vraaggestuurde ketens. In Duitsland had biologisch varkensvlees afgelopen jaar een marktaandeel van 2 procent. Om aan die vraag te voldoen, werden grote hoeveelheden geïmporteerd uit Nederland en Denemarken. Duitse varkenshouders kunnen daar ook zelf in voorzien en Vion heeft in Duitsland een netwerk aan slachterijen waar kan worden geslacht. Tussen de één en twee jaar is dat ook het geval.’
In Nederland zoekt u ook nieuwe leveranciers?
‘Klopt. Afgelopen tien jaar groeiden we met gemiddeld 5.000 varkens per jaar. In 2020 slachtten we gemiddeld 2.200 varkens per week, maar we willen verder groeien. Onze verwachting is dat de afzet van biologisch varkensvlees in de Europese Unie komende jaren groeit van 6 à 7 procent per jaar naar 10 procent.’
Wat rechtvaardigt die verwachting?
‘Dat wordt ingegeven door een paar ontwikkelingen, waarvan de Green Deal de belangrijkste is. Die gaat ervan uit dat in 2030 een kwart van de agrarische productie biologisch is. In de EU27 is dat nu nog maar 8,7 procent gemiddeld en in Nederland zelfs maar 3,7 procent. Daar is nog een forse inhaalslag te maken.’
Wat verklaart dat lage productiepercentage in Nederland?
‘Dat komt in mijn ogen enerzijds door een antilobby door kapitaalkrachtige, op conventionele productie gerichte partijen. Maar de biologische sector moet ook de hand in eigen boezem steken. Als sector zijn wij niet goed in staat geweest om ons te verbinden met de consument. Binnen De Groene Weg doen we dit sinds begin 2020 intensief via onze website en sociale media. Via storytelling nemen wij de consument mee in wat we doen, hoe en waarom en laten we zien dat het anders kan.’
Waarom verwacht u dat die groei er de komende jaren wel komt?
‘In Nederland moet meer focus komen op biologische consumptie. De branchevereniging Bionext, waarvan ik bestuurslid ben, heeft vorig jaar bij minister Schouten een tienpuntenplan neergelegd hoe in onze ogen een impuls kan worden gegeven aan het verduurzamen van de consumptie en de afzet van biologisch kan worden gestimuleerd. Wij verwijzen daarin onder andere naar Denemarken. Sinds 2014 is daar bij wet geregeld dat alle publieke maaltijden biologisch moeten zijn. Je ziet dat dat een aanzuigende werking in de supermark heeft.’
Terug naar de groeiambitie van De Groene Weg. Eind dit jaar verlaat de grootste biologische zeugenhouder van Nederland de keten. Hoe vangt u dat op?
‘Coen Bosch in Heino stapt inderdaad uit de keten. De biggen die we daardoor missen, worden extra geproduceerd door andere vermeerderaars. De vier vleesvarkenhouders die waren gekoppeld aan het bedrijf van Bosch krijgen de biggen dan van één of twee andere leveranciers.’
Het gaat wel om 10 procent. In een keten als De Groene Weg toch een aderlating?
‘Dat is het ook. Maar het feit dat we dat in de keten met elkaar oplossen, is ook een mooi voorbeeld van de weerbaarheid van de keten.’
Wat maakt die keten weerbaar?
‘De Groene Weg werkt vanaf 2011 met een systeem van fair pricing. In onze branche speelt de varkenscyclus net zo goed als in de gangbare houderij, maar in de uitbetaling wegen niet alleen de opbrengsten mee, maar ook de kosten die moeten worden gemaakt. Individuele uitzonderingen daargelaten heeft iedereen in de keten afgelopen 10 jaar zijn vervangingsinvesteringen kunnen doen. Daartegenover staat dat van alle schakels in de keten wordt gevraagd om zich in te zetten voor een optimale werking van de keten. Daarvoor moet een stukje autonomie worden opgegeven en samengewerkt. Het eigen belang is daarbij soms ondergeschikt aan het belang van de keten.’
Wat maakt de stap van gangbaar naar biologisch het moeilijkst?
‘Varkenshouders komen uit een systeem van maximalisatie. En bij De Groene Weg draait het om optimalisatie. Omdat er bijvoorbeeld geen biologische genetica is, werken wij met gangbare. Maar een zeug die meer dan twintig biggen werpt, past eigenlijk niet bij bio. Dat is voor onze deelnemers schakelen. Maar met onze veertig jaar ervaring hebben wij de kennis en kunde in huis om hen te helpen er een succes van te maken.’
Bron: Nieuwe Oogst (1 juli 2021)