02 sep Nieuws | Biologische ondernemers aan het woord in NRC
Aan de rand van Ransdaal boert Zef Soogelee op eigenzinnige wijze. Alleen al de boerderij duidt daarop: een modern ogende open stal en een los woonhuis, uitgevoerd met leem en veel hout. Het ontwerp haalde het Jaarboek Architectuur 2017-2018 van het Nederlands Architectuurinstituut.
Vanuit zijn woning heeft Soogelee zicht op de poel van zijn kudde vleeskoeien. Ze meldden zich – alsof het is afgesproken – vrijwel tegelijk met de aankomst van het bezoek. ‘Ze poepen en pissen er ook in’, lacht de boer. ‘Maar als ze willen drinken, doen ze dat het liefst uit deze poel. Pas als het echt niet anders kan, kiezen ze voor het leidingwater.’ Zijn koeien staan ongeveer negen maanden per jaar buiten. Geslacht worden ze door de lokale slachter.
De Soogelees zijn al zo’n honderd jaar in en rond Ransdaal. ‘Mijn vader stierf op de tractor, hartstilstand’, vertelt Zef, zelf behorend tot de derde generatie. Hij genoot zijn opleiding aan de Middelbare en de Hogere Agrarische School. ‘Toen ik in loop van de jaren tachtig wilde terugkeren naar het bedrijf van mijn ouders, adviseerde iedereen me het niet doen. Zo’n kleine boerderij met dertig koeien was niet rendabel te krijgen.’
Soogelee ging toch op de boerderij werken. Het bleek inderdaad geen vetpot. ‘Het eerste jaar samen met mijn ouders bleef er onder de streep 11.000 gulden over. Dat moesten we met z’n drieën verdelen. Daar schrok ik wel van, maar ik weet nog dat mijn vader me aankeek en zei: ‘Heb je honger geleden, jongen?’ Dat heb ik altijd onthouden.’ En wijzend op zijn huidige bedrijf, waarin hij langzaam toegroeide naar een duurzame bedrijfsvoering: ‘Dit heb ik toch maar mooi kunnen opbouwen.’
Zijn ouders zaten nog in melkkoeien en begonnen met kerstbomenteelt. Dat laatste is Soogelee blijven doen, met zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen. Na zijn komst werd ook begonnen met het verhuren van wat ruimte aan toeristen en de melkkoeien werden vleeskoeien. Zo’n tachtig zijn het er nu, Belgische witblauwen gekruist met Blonde d’Aquitaine en Parthenais. Slechts een maand of drie per jaar staan ze op stal. De rest van het jaar zwerven ze overdag door de weilanden.
Hemels Vlees heet Soogelees bedrijf. Zijn product heeft niet het benodigde certificaat voor biologisch. Zelf noemt hij zijn werkwijze ‘natuurvriendelijk’. De onderneming is energieneutraal. Zijn voer komt deels van eigen land (mais en graan) en van bedrijven uit de buurt (bijvoorbeeld bierbostel van een brouwerij een dorp verder). Bijvoeren met importsoja of ander krachtvoer van ver weigert hij, vanwege zijn duurzame filosofie.
‘Verdiensten zitten niet per se in de hoeveelheden, maar in de manier van afzetten. Ik verkoop alles zelf. De klantenkring reikt tot in de Randstad. Daar maak ik een paar keer per jaar een ronde om vlees bij de mensen te brengen.’ Bij de kerstbomen mogen Shropshire-schapen de begroeiing tussenin wegvreten, zodat er geen gewasbestrijdingsmiddelen nodig zijn.
Het stoort hem hoe ‘zijn’ Heuvelland, alom geprezen om zijn schoonheid, te grabbel wordt gegooid aan het grootschaliger boeren. ‘De laatste jaren wordt de greep van een paar grote aardappelboeren steeds groter. Ze bieden hoge pachtprijzen. Maar het resultaat is snelle uitputting van de bodem, erosie en meer eenvormigheid. De natuurlijke rafelrandjes tussen weilanden en akkers verdwijnen steeds vaker.’
Al is het maar kleinschalig: toch een beetje het verschil maken, dat vindt Soogelee belangrijk, vertelt hij lopend naar ’t Hemelrijk, het hoogstgelegen stuk land van zijn twintig hectare grond. Als student op de Hogere Agrarische School (HAS) in Den Bosch was hij een van de leiders van een kraakactie van het Claraklooster dat gesloopt zou worden om plaats te maken voor moderne appartementen. ‘Het complex is gered en er wonen nog steeds veel mensen. Later heb ik succesvol actie gevoerd voor het behoud van het NS-station hier in Ransdaal-Klimmen.’
Soogelee hoopt met zijn manier van ondernemen ook een verandering in gang te zetten en hij zou het fijn vinden als zich op niet al te lange termijn iemand aandiende die zijn bedrijf wil voortzetten. Omdat er nooit een vierde generatie Soogelee is gekomen, staat hij sinds een jaar op de site Boer Zoekt Boer, bedoeld om opvolgers te vinden. ‘Dat heeft tot nu toe nul reacties opgeleverd. De studenten, die nu van de HAS afkomen, denken groot. Die willen minstens 150 tot 200 koeien, twee of drie melkrobots. Dan denk ik: jongens, veel geluk, maar daar ligt niet de toekomst. Die kant van de sector wordt alleen maar kapitaalintensiever, terwijl de opbrengst afneemt.’
Het interview met Zef Soogelee is onderdeel van een groter artikel genaamd ‘Eerlijke mode schrikt niet meer af in Eys’. Hierin komen verschillende biologische ondernemers uit Limburg aan het woord. Lees hier het volledige artikel.