30 jan Kennismaking bestuur | Guido Frijns
In deze eerste nieuwsbrief van 2019 stel ik me graag als bestuurslid van de Vereniging BioLogisch Limburg aan jullie voor. Mijn naam is Guido Frijns. Samen met mijn vrouw Resi en zoon Marc, bestier ik onze biologische zorgboerderij Regihoeve die gelegen is in Reijmerstok, gemeente Gulpen.
Hier bedrijven we verschillende takken van sport, zoals biologische melkveehouderij , biologische akkerbouw en we bieden dagbesteding aan de bezoekers van onze zorgboerderij.
In Zuid-Limburg ben ik actief met het zoeken naar oplossingen voor biologische bedrijfsvoering ten aanzien van de erosieverordening. Tevens ben ik namens de biologische leden van de LLTB, afgevaardigd in Biohuis, de landelijk overkoepelende organisatie van biologisch Nederland. Hier hebben we lijntjes met het ministerie en maken we problemen waar wij tegenaan lopen in onze biologische bedrijfsvoering, bespreekbaar. Zo hebben we dit jaar bijvoorbeeld op bepaalde gebieden uitzondering gekregen in het 6e nitraatplan.
Wij werken nauw samen met Bionext. Bionext verbindt de Nederlandse biologische ketens van boer tot consument. Afgelopen jaar hebben we samen veel tijd gestoken in GMO en dit blijft ook voor de komende tijd een punt dat aandacht verdiend .
Bionext heeft namens de biologische sector de zorgen en bezwaren op een rij gezet t.a.v. nieuwe GMO technieken zoals CRISPR-Cas. Er wordt druk op de beleidsmakers uitgeoefend om dit soort technieken niet als GMO te zien en gewoon toe te staan. De nieuwe technieken maken het mogelijk om met DNA te knutselen zonder dat dit nog herkenbaar is als GMO. Daardoor is het niet traceerbaar en kan vervuiling van biologische gewassen ongemerkt optreden.
In de biologische landbouw wordt bewust geen gebruik gemaakt van gentechnologie omdat dit niet aansluit bij de uitgangspunten van deze landbouwmethode en bij de verwachtingen van de consumenten. Afgelopen jaar oordeelde het Europese Hof van Justitie dat nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas onder de Europese GMO wetgeving vallen. Dit betekent dat planten die gemaakt zijn met deze technieken, getoetst moeten worden op mogelijke risico’s voor mens en milieu. Voor de biologische sector was deze uitspraak goed nieuws. Veel andere betrokkenen uit de landbouwsector en het ministerie waren echter zeer teleurgesteld over de uitspraak omdat ze vinden dat dit nodig is voor snelle verduurzaaming. Zij zullen hier bij tegenslagen dus steeds op blijven aandringen. Bij het verbod van insectenbestijdingsmiddel neonicotinoiden bij bietenzaad zien we bijvoorbeeld dat er alweer gelobbyd wordt.
Om onze biologische bedrijfsvoering te beschermen voor de toekomst moet er dus nog veel gebeuren. Dit kunnen we niet alleen . We nodigen jullie dan ook uit om op 13 februari in het Biocafé in Kessel met ons van gedachten te wisselen over deze kwestie in samenwerking met Bionext. Samen moeten we kijken wat we kunnen ondernemen om deze ontwikkeling tegen te houden.
Ik hoop iedereen – gezien dit belangrijk thema – de 13e te mogen begroeten.
Guido Frijns