In de media | ‘Biologische boer worden in Nederland steeds minder populair’

In de media | ‘Biologische boer worden in Nederland steeds minder populair’

Nederlandse boeren zijn niet snel meer te porren om over te schakelen naar een biologische bedrijfsvoering. Nog altijd komen er ieder jaar in Nederland biologische boeren bij, maar de grote groei is eruit. Voor het zesde jaar op rij is de aanwas van biologische boeren gedaald. In 2020 schakelden 96 boeren om naar een biologische bedrijfsvoering, waar dat er in 2019 nog 124 waren. Dat is een terugval van 22 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse cijfers van Skal Biocontrole, onafhankelijk toezichthouder op de biologische keten in Nederland. In 2016 maakten nog 245 agrariërs hun boerderij geschikt voor het verbouwen van biologische producten.

‘Het enthousiasme om over te stappen naar biologisch is inderdaad nu minder dan destijds’, zegt Michaël Wilde, directeur van Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding. Waarom? ‘Dat is eigenlijk in één woord uit te drukken: perspectief. Zowel vanuit de markt als vanuit de overheid wordt boeren te weinig perspectief geboden om de omslag te maken.’

Wilde doelt onder meer op de regels waaraan agrariërs moeten voldoen om hun bedrijf klaar te maken voor biologisch. Dat maakt de transitie economisch onaantrekkelijk. Zo vergt een omschakelperiode – afhankelijk van dier of gewas – gemiddeld twee jaar en bovendien de nodige investeringen. Van kunstmest en bepaalde bestrijdingsmiddelen moet afscheid worden genomen, waardoor het boerenambacht bewerkelijker en dus tijdrovender wordt. Voordat een boerderij zich biologisch mag noemen, laat staan winst maakt, is een boer een paar jaar verder. Wilde: ‘Hij heeft in die omschakelperiode wel de lasten maar nog niet de lusten.’

Doordat land- en tuinbouwers door een toegenomen zorg om de natuur onder een vergrootglas liggen, is de toekomst voor de bedrijfstak – ook al is die biologisch – onzeker. Een gebrek aan opvolgers is een andere sta-in-de-weg. ‘Boeren stoppen nu überhaupt vaker’, constateert Wilde.

Extra handicap voor boeren met biologische ambities is dat de consument maar mondjesmaat het supermarktkarretje vult met bio-artikelen, zo bleek afgelopen zomer uit cijfers van onderzoeksbureau IRI Nederland. Het marktaandeel van biologisch voedsel in reguliere supermarkten als Jumbo en Albert Heijn was vorig jaar 3,21 procent. Slechts een fractie meer dan in 2018, toen het aandeel biologisch eten 3,19 procent bedroeg. Negentien jaar na de mediacampagne ‘Biologisch – eigenlijk heel logisch’ is het marktaandeel gestegen van 2 naar 3,2 procent. Wilde ziet evenwel lichtpuntjes: ‘Door corona letten mensen meer op gezondheid en dat zien we terug in biologische speciaalzaken waar de omzet in deze periode met 20 procent is gestegen.’

Het aantal geregistreerde biologische landbouwbedrijven in Nederland is nu 2.115, tegenover 2.076 in 2019. Ze nemen samen een landbouwareaal in beslag van bijna 80.000 hectare, een groei van 5,9 procent (4.459 hectare). Volgens Skal blijft Nederland daarin achter bij andere Europese landen. De kans is dan ook klein dat Nederland mee zal kunnen komen in de ambitie van de EU om tot gemiddeld 25 procent biologisch landbouwareaal in 2030 te groeien. Wilde pleit voor meer stimulerende maatregelen vanuit de overheid zoals een ‘omschakelsubsidie’: ‘Ik heb goede hoop dat een nieuw kabinet nieuw elan brengt en nieuwe energie stopt in biologisch boeren.’

Bron: Trouw (21 januari 2021)