04 mei EU-parlement zet licht op groen voor resolutie biolandbouw, maar streefcijfer sneuvelt
De Europese biologische landbouw zal de komende jaren een hoge vlucht nemen. Toch als het van de Europese Unie afhangt. Een grote meerderheid van de Europarlementairen keurde dinsdag de resolutie rond de verdere ontwikkeling van de sector goed. Opvallend: het streefcijfer van 25 procent tegen 2030 werd losgelaten en wordt zelfs nergens meer vermeld in de tekst.
In de resolutie over een Europees actieplan voor biologische landbouw, dat dinsdag is aangenomen met 611 stemmen voor, 14 tegen en 5 onthoudingen, benadrukken de leden dat biologische landbouw een sleutelelement is om de milieu- en klimaatdoelstellingen te bereiken. De resolutie, die voortkomt uit het actieplan van de Commissie van 25 maart 2021, vraagt een marktgestuurde ontwikkeling van de biologische sector, nationale en regionale plannen van aanpak en ondersteuning van onderzoek in biologische landbouw.
Van bindende wetten of verplichtingen is geen sprake. De EU wil met deze resolutie de lidstaten vooral aanmoedigen om het biologische pad steeds meer te bewandelen. Zo wijst het parlement op de voordelen van biologische landbouw voor het tegengaan van klimaatverandering, biodiversiteit en bodembescherming. Hoewel de tekst van de resolutie benadrukt dat de ontwikkeling en groei van de biologische sector marktgestuurd moeten zijn, roepen de EP-leden ook op tot voldoende steun aan boeren uit de fondsen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Vraag matchen met aanbod
De markt van biolandbouw is tot nu toe zeer vraaggestuurd. De vrees leeft bij sommigen dat een stimulans van de sector zal zorgen voor een overproductie. Om dat te vermijden wil de EU de vraag aanzwengelen en ziet ze hiervoor een belangrijke rol weggelegd voor de toeleveringsketens voor biologische landbouw. Die moeten kort, lokaal, seizoensgebonden en slim zijn.
Daarom is het belangrijk om te investeren om de ontwikkeling van korte voedselketens te vergemakkelijken. De lidstaten erkennen de rol die de particuliere sector speelt bij het stimuleren van de vraag naar biologische producten. Winkelketens zouden daarom aangemoedigd moeten worden om biologische consumptie te stimuleren, aldus de leden van het Europees Parlement.
Geen “one size fits all”
De percentages van bioproductie tonen grote verschillen tussen de lidstaten. Het kleine Malta bengelt achteraan het peloton met een halve procent, gevolgd door Ierland (1,6%), Bulgarije (2,3%), Roemenië (2,9%), Polen (3,5%) en Nederland (3,8%). België doet het met 6,8 procent iets beter dan zijn noorderburen, maar het nationale gemiddelde verbloemt de regionale verschillen: Wallonië scoort immers met 12 procent beduidend hoger dan de 0,5 procent van Vlaanderen. Koplopers zijn Oostenrijk (26,1%), Estland (22,3%), Zweden (20,4%), Tsjechië (15,3%) en Italië (15,2%).
Volgens de resolutie is er geen enkel landbouwmodel dat past bij alle landen en regio’s, meteen de reden waarom de parlementsleden de doelstelling van 25 procent niet hebben overgenomen. Het is dus nu aan de lidstaten om hun eigen nationale of regionale strategieën voor biologische landbouw op te stellen. Deze strategieën moeten openbare aanbestedingsprocedures omvatten ter bevordering van lokale toeleveringsketens en groene openbare aanbestedingen die gericht zijn op gezondere, milieuvriendelijkere voeding in openbare instellingen en op het verminderen van afval van biologische producten.
Nadruk op O&O
Onderzoek en innovatie in de veehouderij of het zorgen voor de beschikbaarheid van de benodigde eiwitrijke voeding, vitamines en gewasbeschermingsmiddelen zijn de sleutel tot de duurzaamheid van de biologische landbouwsector, zeggen Europarlementairen. Ze moedigen daarom een op wetenschap gebaseerde benadering en innovaties aan op het gebied van nieuwe bronnen van plantenvoedingsstoffen en onderzoek naar biologische zaden.
Nu ligt de bal dus in het kamp van de lidstaten, die hun eigen strategieën moeten uitstippelen. In 2024 moet de Commissie een tussentijdse evaluatie van het actieplan publiceren. De aangenomen tekst zal hier beschikbaar zijn (3.5.2022). Informatie over de procedure kan u hier raadplegen.