13 jul Biologische melkveehouderij A.P.M. Linssen
Sinds de verblijfsverplaatsing in 2016 is melkveehouder Twan Linssen uit Beegden volledig omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering. De ondernemer heeft ruim 100 hectare in gebruik, waar hij onder meer gras-klaver teelt. Het hooi voor zijn koeien maakt de melkveehouder zelf, op de Oostenrijkse manier: door het te drogen in bakken, met houtsnippers en dakwarmte.
Twan werkt nauw samen met twee tuinders uit de omgeving: Geraats uit Baexem en Peeters uit Neer. Deze ondernemers gebruiken verschillende delen van de percelen van Twan voor de teelt van hun groenten. Ook krijgen zij een deel van de stalmest van Twan’s koeien. In ruil daarvoor ontvangt de melkveehouder bijvoorbeeld gras-klaver, waar hij dan weer hooi van kan maken. ‘Een volledig gesloten kringloop is het niet, maar het is een begin’, vertelt hij.
In het jaar 2000 heeft Twan de melkveehouderij overgenomen van zijn ouders. Ten tijde van de omschakeling zat de bedrijfsvoering al dichtbij een biologische. Na de bedrijfsverplaatsing besloot de melkveehouder om volledig over te gaan op biologisch. ‘Ik wilde een andere koers varen’, legt de ondernemer uit. ‘Dat had een klein beetje te maken met het financiële stuk, de prijs voor biologische melk lag hoger. Maar het kwam vooral vanuit de overtuiging dat ik met hooimelk een beter en gezonder product kan maken.’
De grootste uitdaging ligt hem voor Twan in het opbouwen van de wintervoorraad voor de koeien. ‘Om op het juiste moment het gras bij elkaar te krijgen, met de juiste kwaliteit, maar wel met zoveel hectares en minder capaciteit dan bij een gangbare bedrijfsvoering’, vult de melkveehouder aan.
Dit ontmoedigt de ondernemer uit Beegden echter niet. ‘Als ik mijn koeien bij elkaar krijg – ik heb gebouwd voor 100 koeien – dan zie ik het wel zitten. Daarbij is het wel belangrijk om vraag en aanbod in balans te houden. De biologische markt mag best groeien, zolang de balans in vraag en aanbod maar behouden blijft.’