04 mei ‘Biologisch boeren moet je durven!’
Gerrit van Beek heeft samen met zijn vrouw Hendrien Dolman een melkveebedrijf in de Fraterwaard bij Doesburg. Het bedrijf is in omschakeling naar biologisch. Sabine Horsting van ketenorganisatie Bionext sprak met Gerrit over zijn overwegingen om die stap te zetten en over zijn ervaringen met het omschakelproces.
Hoe lang boer je al op deze plek?
“Ik ben geboren in de Fraterwaard, mijn familie boert hier al drie generaties. We hebben altijd melkvee gehad, maar ook een akkerbouwtak met onder andere suikerbieten, maïs en aardappelen. We hebben nu ongeveer 100 stuks melkvee van verschillende rassen en kruisingen, we waren altijd al een extensief bedrijf, en pachten 80 hectare grond van Stichting Twickel.”
“In 1998 ben ik begonnen met melken. Aanvankelijk wilde ik ook een beetje vleesvee gaan houden, een hellingstal bouwen en meer graan verbouwen. Maar daar zag de bank geen toekomst in, die wou juist dat er intensiever werd geboerd. Tien jaar later hadden we de veestapel uitgebreid en zat alles bomvol. Toen wilden we graag een
nieuwe stal bouwen met twee melkrobots, maar daar hadden we meer onderpand voor nodig. Daarom hebben we het bedrijf van Hendrien’s
ouders overgenomen. In 2014 mochten we eindelijk de vergunningen aanvragen voor een nieuwe stal, alleen toen dreigden we 20 hectare van de grond kwijt te raken vanwege een bedrijventerrein dat deze kant op zou komen. Toen zei de bank: ‘maar dan kunnen we jou niet meer financieren want dan verandert jouw hele bedrijfsplan’.”
En toen koos je ervoor om biologisch te worden?
“Ik dacht, hoe gaan we nu verder? We mogen 128 koeien houden. Óf die 128 koeien moeten 10.000 liter gaan geven of we gaan het anders doen. Ons uitgangspunt daarbij was: we moeten er niet slechter van worden. Dan vraag je jezelf af: ben ik een type boer om 10.000 liter per koe te melken? Mijn conclusie was: dat ben ik niet. Sommige boeren lopen graag alleen rondjes door de stal, maar ik pak ook graag af en toe de schop en dan ga ik een rondje door mijn wei lopen. Als ik dan een polletje ridderzuring of distel tegenkom, dan steek ik die eruit en gooi ik er direct een handjevol klaverzaad overheen.”
“Ik heb toen bij onze verpachter aangegeven dat we wel mogelijkheden zagen om om te schakelen naar biologisch, omdat we dat zelf ook interessant en belangrijk vinden. Vervolgens zijn we bij Kees Water van Ekoparts terecht gekomen en hij heeft een heel mooi omschakelplan geschreven. Daar stonden een aantal overwegingen in; de sterkte van ons als familiebedrijf maar ook nadelen en bedreigingen. Voor ons was de overstap uiteindelijk niet zo heel ingrijpend omdat we al extensief boeren.”
Welke verrassingen kom je tegen in de omschakeling?
“De normen zijn een stuk anders. Bijvoorbeeld de ruimte per koe en verplichte weidegang voor je jongvee. Dat is nieuw voor ons maar we zien dat als een uitdaging. Je komt er ook achter dat gangbare kosten die worden bespaard ergens anders aan opgaan, bijvoorbeeld aan biologisch zaaizaad.”
Wat ervaar je (tot nu toe) als het belangrijkste verschil met het gangbaar boeren?
“Ik ben geen boer om 20.000 liter melk per hectare te melken. Die boeren lopen enkel door de stal, maar ik loop ook door het weiland en kijk naar wat er groeit. We hadden laatst stalmest gestrooid en de eerste kieviten zitten dus in die stalmest te prikken. Dat vinden wij mooi. Maar een ander zegt: ik zie liever een strakke groene grasmat. Ik denk: als je ervoor openstaat, is biologisch boeren mooier
dan gangbaar boeren.”
Hoe leg je je medeboeren dit uit? Begrijpen ze het?
“Nee, de meeste snappen het niet. Een paar jaar geleden kregen we wel eens de opmerking: Gerrit met zijn kruidentuintje. De gangbare collega kijkt toch wat vreemd tegen zaken aan die anders zijn. Je moet je hierbij realiseren: wij komen allemaal uit een middelbare en hogere landbouwschool waarin de Sicco Mansholt doctrine: ‘Nooit meer honger’ leidend was.”
Hoe ervaar je de omschakelcursus?
“Ik vind het leuk om andere mensen te spreken en om van elkaar te leren. Je doet in de omschakelcursus ook nieuwe inzichten op. Bij ons bijvoorbeeld dat het jongvee met 3 maanden naar buiten moet en een kalf na 1 week al in groepsverband moet zitten. En kunt er ook achter komen dat het niks voor je is. Je moet het doen omdat het in je zit, omdat je het interessant vindt, anders moet je er niet aan beginnen. Je zal mij nooit horen zeggen dat ik denk dat gangbaar niet goed is maar wij hebben nu eenmaal deze keuze gemaakt.”
Wat zie jij als de voordelen van biologische landbouw?
“Biologische landbouw draagt bij aan meer biodiversiteit en aan een betere bodemkwaliteit. Onze jachtopziener zegt altijd tegen ons ‘Al het wild zit op jouw land, zoals de hazen’. Maar we moeten tegelijkertijd ook consumentengedrag veranderen. Als je biomelk drinkt én een citytrip naar Barcelona boekt dan schiet het niet op. We zullen met zijn allen moeten veranderen. Pas als je dat voor elkaar krijgt, dan ga je de goede kant op. In onze vriendengroep en kennissenkring zeggen mensen: niet iedereen kan bio betalen maar uiteindelijk is het
prijsverschil niet zo groot, je kan ook dingen laten. Dat is een beetje het probleem.”
Via welke kanalen zet je je zuivel af?
“Die blijft bij Friesland Foods maar we willen in de toekomst ook graag een winkeltje op het bedrijf waar je onder andere onze melk kan kopen. Het contact met de consumenten is erg belangrijk.”
Wat zijn je ambities?
“Een nieuwe stal, eindelijk een nieuwe stal! Dat is nu het allerbelangrijkste want dan heb je ook meer koe-comfort en meer werkplezier. En we hopen hiermee ook iets moois neer te zetten voor de toekomstige generatie, onze zoon Teun. Die krijgt het met de paplepel in gegoten, hij is pas 16 maar hij denkt nu al heel veel mee.”
Wat zijn je dromen?
“Toen onze dochter 4 jaar was, zag ze scholeksters in het weiland en zei ze tegen mij ‘Kijk papa, pinguïn-vogels!’. Ik hoop dat ik later met mijn kleinkinderen over hetzelfde land kan lopen en ze dan dezelfde opmerking maken als mijn dochter.”
Heb je nog tips voor melkveehouders die overwegen
om om te schakelen?
“Omschakelen is een zware periode om te overbruggen. Je maakt al extra kosten maar krijgt nog niet de biologische prijs voor je melk. Je moet dus een buffer hebben. Als biologisch boer moet je durven; je kan niet meer bijsturen (met bijvoorbeeld een beetje kunstmest) en je moet de natuur zijn gang laten gaan. Niet iedereen kan daar tegen. Vasthouden aan wat we kennen is makkelijker dan iets nieuws ontdekken. Maar als je er voor open staat is biologisch boeren mooier en gezonder dan gangbaar.”
Meer informatie over dit project vind je hier.
Dit interview vond plaats in het kader van het project ‘Stimuleren omschakeling naar biologisch melkvee in Gelderland’. Dit project wordt gefinancierd door de Provincie Gelderland.