Artikel | ‘Biologisch voelt goed’

Artikel | ‘Biologisch voelt goed’

Bestuurslid Ellen Mertens, haar man Wim Peeters en zoon Robin stonden in het Rabobank ledenmagazine Dichterbij. Daar vertellen zij niet alleen over hun bedrijf en hun keuze tot omschakeling naar biologisch telen, maar ook over de Vereniging BioLogisch Limburg. Lees het volledige artikel hier.

Als het aan minister Carola Schouten ligt, worden in 2030 al onze producten circulair geproduceerd. Precies zoals Wim, Robin en Ellen dat in Neer doen.

Het jaar 2000 was een keerpunt voor Wim Peeters en Ellen Mertens. Hun bedrijf was niet groot genoeg om in de toekomst rendabel te blijven. Schaalvergroting was geen optie. Bovendien ging het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen hen tegen staan en hadden ze er steeds meer moeite mee dat hun met zorg geteelde producten soms bij de veilig werden doorgedraaid. ‘Je betaalt dan stortkosten voor groenten waar niks mis mee is’, vertelt Ellen. ‘Dat voelt niet goed.’

Opnieuw beginnen

Wim en Ellen besloten om om te schakelen naar een biologisch bedrijf. In 2002 konden ze hun eerste biologische aardappels oogsten. Wim: ‘We moesten als het ware helemaal opnieuw beginnen. Behalve dat je op een andere manier werkt, moet je ook een nieuwe afzetmarkt zoeken. Inmiddels hebben we een lange relatie met Udea, een biologische groothandel waaraan we onze aardappels, courgettes en tuinbonen leveren. Onze prei, rabarber en Chinese kool wordt verkocht via Nautilus Organic, een biologische telerscoöperatie die de schakel vormt tussen teler en klant. Het fijne hiervan is dat we niet elke dag met prijs bezig hoeven te zijn. Nautilus werkt heel transparant, er is een goed overleg en leden laten zich niet door handelaren tegen elkaar uitspelen.’

Optimistisch

Ellen: ‘In de biologische landbouw is de sfeer optimistischer en positiever dan we onder gangbare boeren gewend zijn. Het is persoonlijker, minder anoniem. Een keer per jaar hebben we bijvoorbeeld samen een boerenmarkt waar we onze klanten ontmoeten. Dat zijn allemaal mensen die bewust voor onze biologische producten kiezen. Het is net alsof je dan toch meer eer van je werk hebt.’

Wim: ‘Ook binnen de sector zoek je elkaar meer op. Je maakt immer samen de kringloop rond. Wij werken bijvoorbeeld samen met Twan Linssen, een biologische melkveehouder uit Horn. Wij gebruiken zijn mest op ons land, zijn koeien eten ons gras.’

Verknocht aan de grond

Boeren zijn allemaal aan hun grond verknocht, bij bio-boeren is dat nog sterker. Wim: ‘Je bent altijd met je grond bezig. Dat is je kapitaal, heb je goede grond, dan heb je een goede oogst. Vorig jaar, met die droge zomer, merkten we dat heel goed. Terwijl gangbare collega’s veel schade door insecten hadden, viel dat bij ons heel erg mee. Door de biodiversiteit op ons bedrijf hebben wij meer natuurlijke vijanden in de buurt. Die zorgen ervoor dat alles beter in balans blijft.’

BioLogisch Limburg

Omdat Limburg relatief weinig biologische boeren kent, richten de Limburgse bio-boeren de Vereniging BioLogisch Limburg op. Zij zijn daarin ondersteund door de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB) en de provincie Limburg. Ellen is bestuurslid van dit netwerk van biologische ondernemers. Ellen: ‘BioLogisch Limburg wil de biologische land- en tuinbouw in de provincie stimuleren en professionaliseren. Afzet, kennis en belangenbehartiging zijn thema’s waar we ons op richten. Biologische bedrijven zijn anders dan gangbare bedrijven, toch moeten we ons vaak aan dezelfde regelgeving houden. Dat knelt. Alle regels over fosfaten, bijvoorbeeld, die gaan niet over ons. Onze kringloop is rond. Kennis delen is ook heel belangrijk. Het is niet nodig dat iedereen het wiel opnieuw uitvindt. Wij organiseren elk kwartaal een Bio-café in Noord-, Midden-, of Zuid-Limburg. Het liefst bezoeken we dan een bedrijf, waar we een onderwerp bespreken dat onze leden boeit. Ook gaan we samen naar de BIO Beurs in Zwolle en op 4 juli is de Bio inspiratie DAG in Vredepeel, met onder andere velddemonstraties, nieuwe technieken en teeltmethoden. Boeren die willen omschakelen kunnen daar ook terecht voor advies.’

Opvolging

Sinds een dik jaar is zoon Robin – één van de drie kinderen van Ellen en Wim – in de maatschap gekomen. ‘Tractor was zijn eerste woordje’, lacht Ellen. ‘we hadden het dus kunnen weten.’ Wim houdt zich bezig met de dagelijkse leiding en de teelttechnische zaken, Ellen zorgt voor de administratie en is verantwoordelijk voor de teelt van gele courgette in de tunnels en Robin doet de teeltregistratie en het personeel – in de zomer 15 medewerkers die worden aangevuld met zo’n 15 jongeren uit de buurt.

Wim: ‘We hebben geen van onze kinderen gepusht om in het bedrijf te komen. Ellen en ik vinden het wel heel erg leuk dat Robin deze keuze gemaakt heeft. Ik zie de toekomst positief. Nederland kan zich als koploper in de landbouw verder onderscheiden met circulaire landbouw. Je merkt dat consumenten steeds meer interesse krijgen in biologische producten en bewuster kopen. Biologisch staat niet gelijk aan ouderwets. Precisielandbouw, robotisering zoals een onkruidwieder op zonne-energie, daarvan maken biologische boeren ook goed gebruik. Uitdagingen genoeg dus!’