05 jun Artikel | ‘Liefde voor dieren, daarmee begint het’
Lees hieronder de reportage over biologisch pluimveebedrijf Lamberdina’s Hoeve, die op zaterdag 1 juni in Nieuwe Oogst verscheen.
Als kind zat hij graag bij oma en opa tussen de kippen. Dat gevoel van toen is ruim vijftig jaar later de basis voor Lamberdina’s Hoeve, genoemd naar oma. ‘De duurzaamste innovatieve en biologische kippenfarm van Nederland.’
Eric Thielen uit Castenray wist altijd al dat hij pluimveehouder zou worden. Hij groeide op tussen de kippen. Als kind speelde hij in de huisweide tussen de dieren. Thielen is de derde generatie. Zijn vader Jan transformeert in 1961 het gemengd bedrijf van zijn ouders in een intensieve pluimveehouderij.
In 1995 neemt Thielen het bedrijf over. Hij bouwt een volledig nieuw bedrijf en kiest voor het volièresysteem. Er worden drie stallen gebouwd met huisvesting voor in totaal 195.000 kippen.
‘Vijf jaar geleden begon het opnieuw te kriebelen. Ik heb geen kinderen en dus geen opvolging. Maar je wil ook niet stil blijven staan. Ik had nog geen idee wat ik zou gaan doen. Ik wist wel dat doorgroeien geen optie was. De maatschappij is veranderd en kijkt met een kritische blik naar onze sector’, zegt Thielen.
‘Daarbij groeide ook het besef dat mijn verantwoordelijkheid verder gaat dan mijn eigen stukje land in Castenray. Toen kwam op een gegeven moment het gevoel van vroeger terug, de beelden van hoe mijn grootouders toen hun kippen hielden. En ik dacht: Waarom niet? Ik gooi het roer om! De levenswijze en liefde die ik heb meegekregen van mijn grootmoeder zijn de inspiratiebron voor Lamberdina’s Hoeve. Daarom draagt deze ook haar naam.’
Thielen bouwde met hulp van agrarisch adviesbureau Arvalis Lamberdina’s Hoeve. Op de grond die Thielen van zijn ouders en grootouders erfde. Een paar kilometer verderop staat zijn hoofdvestiging. ‘Ik heb daardoor nu twee aparte locaties voor de kippen’, vertelt hij.
‘Op Lamberdina’s Hoeve kan ik mijn verhaal vertellen aan wie het horen wil. Hier hebben de kippen een fantastisch leven. De dames kunnen door de grote uitloopmogelijkheden (in weiden van een paar hectaren, red.) gaan en staan waar ze willen. Ze gaan naar binnen als het regent en zijn lekker buiten als het goed weer is. Op mijn andere locatie hebben ze geen uitloop buiten en zitten ze altijd binnen.’
Kippen houden zoals vroeger, maar met de technieken van nu. Dat is wat hij op Lamberdina’s Hoeve doet. Thielen vindt dat een kip niet veel verschilt van een mens. ‘Kippen zijn eigenlijk net als wij. Als het donker wordt gaan ze naar binnen voordat de luiken automatisch dichtgaan. De luiken gaan weer open zodra het licht wordt. Als het regent gaan de kippen naar binnen. En voor het avond wordt maken ze nog even een ommetje’, vertelt hij.
‘Nieuwsgierig zijn ze ook. Er loopt een pad langs de stallen en de ruime uitloopweiden. Als ze je zien, lopen ze een heel eind met je mee en als je door de poort naar binnen gaat, rennen ze allemaal op je af. Vrij en happy.’
Als je veel en goede eieren wilt, moet je volgens de kippenboer zorgen voor een goed leefklimaat voor het dier. ‘Kippen moeten de hele dag kunnen scharrelen, dus moet je ervoor zorgen dat ze het lekker warm hebben in de winter en voldoende ruimte hebben. Ze zoeken hun voer dan deels zelf, waardoor ze minder voer uit de silo’s nodig hebben. Dat scheelt ook weer in de kosten. Ook moet je het fijnstof opvangen en zorgen voor zuivere lucht.’
Thielen heeft ook voor een gesloten kringloop gezorgd. De kippenmest kan hij kwijt aan een champignonkwekerij in de buurt die de mest mengt met champost. Daarop groeien weer biologische champignons. Zo geeft hij inhoud aan zijn filosofie van ‘alles benutten, niks weggooien’.
De veertien stallen, elk met 2.850 Barnevelders, worden bovendien energieneutraal verwarmd met zonnepanelen. Het biologische voer krijgen de dames allemaal inpandig. Geen silo’s die het uitzicht verstoren, want Lamberdina’s Hoeve is onopvallend ingebed in het landschap, gebouwd van natuurlijke materialen. De biologische kippenhouder aapt nooit anderen na. Dus houten palen en geen ijzeren hekwerk rond de kippenrennen.
Er is ook aanplant van hoogstamfruitbomen in de weiden waarin de kippen scharrelen, zoals die er in vroeger dagen bijlagen met een kleurig bloementapijt eronder. Zo denkt Thielen aan de leefomgeving van bijen, insecten en vogels.
Met Lamberdina’s Hoeve wil Thielen iets bijdragen, teruggeven eigenlijk, aan de maatschappij. ‘Als oma en opa geen kippen hadden gehad, waren ze in de oorlog van honger omgekomen. En als ik zelf was blijven hangen in de bedrijfsfilosofie van de jaren negentig, had deze hoeve er ook nooit gestaan. Het is een andere manier van leven en boeren.’
Werkend vanuit zijn gevoel eindigt de pluimveehouder zoals zijn vader als jongetje begon, op het erf van oma en opa, waar hij leerde hoe je met dieren moet omgaan. ‘Want als je dat niet goed doet, heb je ook geen inkomen. Liefde voor dieren, daar begint en eindigt het mee.’