Column | ‘Boer van de toekomst werkt regionaal en efficiënt’

Column | ‘Boer van de toekomst werkt regionaal en efficiënt’

Als ik oudere boeren en boerinnen spreek over hun leven en werk, gaat het natuurlijk ook over de enorme ontwikkelingen die ze hebben meegemaakt. Zaten zij vroeger voor ze naar school gingen nog met een emmer onder de koe, nu staan er robots te melken. En schuurden de senioren als kind hun knietjes nog kapot tijdens het op enen zetten van de bieten, tegenwoordig is er gps-gezaaid zaad waaruit keurig één kiempje komt.

Zijn er grotere veranderingen denkbaar dan die in de afgelopen decennia plaatsvonden? Op internet heb ik eens wat rondgeneusd om te zien wat zogenoemde futuristen ervan denken. Dat zijn geen schimmige types die een vinger in de wind houden en vertellen wat ons te wachten staat. Het zijn deskundigen die onder meer op basis van allerlei patronen uit het verleden voorspellingen doen over de toekomst. Met die wetenschap kun je misschien zelf ook wel wat aan toekomstvoorspelling doen. Zo lijkt het denkbaar dat boerenbedrijven verder zullen groeien, het staat immers geschreven in de grafieken van de afgelopen vijftig jaar.

Zo simpel blijkt het echter niet te zijn. Er is namelijk niet één patroon, er zijn er vele en die houden onderling ook nog eens verband met elkaar. De kunst is om daar een rode draad in te ontdekken. De mensen die zich hier internationaal mee bezighouden, stellen vast dat die rode draad te omschrijven is als ‘terug naar de eenvoud’. Ze voorzien een einde aan het consumentisme en een einde aan alles maar overal vandaan halen. Kernwoorden voor de toekomst zijn: lokaal, regionaal, minder kopen, minder weggooien en – jawel, daar is ie weer – circulair.

Toch is de landbouw nu nog grotendeels gericht op bulkproductie, ook in Nederland. Zonder dat krijgen we de wereld niet gevoed, is het argument en hoewel begrijpelijk, is het maar de vraag of dat waar is. Een futurist als Christophe Pelletier ziet bijvoorbeeld veel in efficiënter werken. In combinatie met minder verspilling door de eindgebruiker is dan ook met niet-bulk de wereld prima te voeden.

Regionaal en efficiënt, dat is de sprong die de landbouw volgens de voorspellers dus gaat, en moet, maken. Dat is géén stap terug in de tijd, filosofe Carolyn Steel noemde het recent juist ‘vooruitgang die voortborduurt op vroegere kennis’. Natuurlijk komt er technologie bij kijken, maar het idee van kapitalistische economische groei moet overboord, zegt ze en daarmee sluit ze aan op de hiervoor genoemde voorspellingen.

Voor boeren klinkt dat misschien bedreigend, maar vrees is niet nodig. Er zit volgens de voorspellers namelijk veel moois vast aan de veranderingen. Boeren zullen bijvoorbeeld niet langer aan de leiband lopen van grote internationale bedrijven, ze kunnen hun eigen regionale visie en vakmanschap weer ontplooien. Ik zou zeggen: de toekomst kan niet vroeg genoeg beginnen. Alleen moet de overheid dan natuurlijk wel een beetje meewerken.

Margreet Welink,
Redacteur Boerenleven

Bron: Boerderij (1 juni 2021)