03 dec In de spotlight | De Poshoof
Hoewel de groente zich van de epidemie gelukkig niets aantrekt, was 2020 toch ook voor de Maastrichtse aardappel geen optimaal jaar, stelt Raymond Niesten van De Poshoof in Maastricht. ‘Dit jaar was teelt-technisch een beetje lastig vanwege de droogte’, legt hij uit aan Gedeelde Weelde. ‘Het weer lijkt wel extremer te worden.’
Niesten zet als ondernemer in op verschillende paarden en heeft elk jaar een innovatie of nieuw project in petto. Meer dan eens zegt hij: ‘Of het functioneert, weet je pas als je het probeert.’ Op dit moment teelt zijn bedrijf De Poshoof naast aardappelen ook asperges, spelt, haver, grasklaver en lupine. Vanaf volgend jaar wil de Zuid-Limburgse ondernemer tevens Tritordeum verbouwen, een graansoort dat weinig gluten bevat en goed tegen droogte kan. En als hij nog even door mag dromen: over het algemeen zou hij zich nog meer op granen en lokale projecten willen richten, bijvoorbeeld door een samenwerking met lokale bakkers.
Zijn lokale afzet schat Niesten op dit moment op ongeveer vijf procent, de rest verkoopt hij op landelijk niveau. Met uitzondering van asperges, die hij ook regionaal goed aan de man krijgt. Om zijn positie op de landelijk markt te verbeteren, heeft de biologische ondernemer in 2018 de bedrijfsvoering van het akkerbouwbedrijf van een pionier en één van de eerste bioboeren in Zuid-Limburg, Norbert Huijts in Voerendaal, overgenomen.
Maar kwantiteit is voor de bio-boer niet alles. Daarvan getuigt zijn besluit om de overstap te maken naar Demeter, het keurmerk voor biologisch-dynamische landbouw. Dit stelt veel strengere eisen aan het product en de teelt dan de ‘reguliere’ biologische productiewijze. Niesteb: ’Ik geloof in de kracht van het geheel. En we willen de hoogst haalbare kwaliteit. Dus hebben we gezegd: Als het financieel kan, dan moeten we ervoor gaan.’ Ze moeten nog enkele puntjes op de i zetten, vertelt Niesten, maar hij denkt dat De Poshoof in 2021 de officiële Demeter certificatie krijgt.
Aan Gedeelde Weelde zou Niesten natuurlijk nog veel meer aardappelen willen leveren. De regionale markt is in de afgelopen dertig jaar duidelijk gekrompen, vindt hij. Kopen we er zoveel minder dan? ‘Ja, waarschijnlijk heeft de aardappel op de menu’s van de meeste mensen plaats moeten maken voor rijst en pasta.’
Als je naar de globale ontwikkeling kijkt, dan blijkt dat de aardappelhandel in de afgelopen dertig jaar juist met een derde is gestegen en dan ook als ‘groeimarkt’ wordt aangeduid. Maar deze groei zit voornamelijk in de handel met bevroren aardappel producten (denk aan bijvoorbeeld frietjes) en – in het geval van Nederland – de handel met pootaardappel. In dat laatste staat Nederland zelfs bovenaan met een marktaandeel van vijftig procent. Bizar als je je voorstelt dat een groente die in bijna elk land groeit, op zo grote schaal door de wereld verscheept wordt en dat er in Saudi-Arabië Nederlandse pootaardappelen gezet worden.
Ondertussen daalt, zoals Raymond ook observeerde, de verkoop van tafelaardappelen binnen Nederland. Deze bedroeg in 2017 nog geen vier procent van de totale Nederlandse productie. Als we meer regionaal willen consumeren, misschien mogen we dan ook af en toe een plekje op ons menu inruimen voor aardappelsoep, stampot, puree en co?
Bron: Gedeelde Weelde (25 november 2020)