Nieuws | ‘Laarakker is volop bezig met innoveren’

Nieuws | ‘Laarakker is volop bezig met innoveren’

Zolang Laarakker in Well bestaat, is het bedrijf met innovatie bezig. Er lopen nu projecten om met groenterestanten, zoals erwtenloof, producten te maken. Ook wordt gekeken naar de productie van grondstoffen voor vleesvervangers.

Het huidige Laarakker Groenteverwerking is ontstaan in 1938 uit het akkerbouwbedrijf van opa Laarakker. In 1963 startte vader Laarakker met de teelt en levering van aardbeien en sperziebonen aan de conservenindustrie. Een belangrijk moment voor de familie was de overname in 2001 van teeltcommissionair Bouw in Gemert, die onder meer erwten en bonen teelde en vermarktte.

Directeur Frank Laarakker: ‘Wij leveren producten aan veel Europese glas-, blik- en conservenbedrijven, diepvriesverwerkers, drogerijen en concentraat- en sapproducenten. Deze bedrijven leveren hun eindproducten wereldwijd. Je ziet onze producten ook in Amerikaanse supermarkten liggen.’

Skal-gecertificeerd

Laarakker is sinds 1999 Skal-gecertificeerd. Zo konden biologische producten worden verwerkt in de was-, snij- en schillijn. Sinds 2010 is de biologische omzet gestaag gegroeid en beslaat anno 2020 een substantieel deel van de omzet. ‘Voor ons bedrijf is het opereren op een markt alleen interessant vanaf bepaalde hoeveelheden’, zegt Koen Smedts, teeltbegeleider bij Laarakker BIO.

In eerste instantie ging het om bio-industriepeen en -waspeen. Dit nieuwe bedrijfsonderdeel, Laarakker BIO, richt zich volledig op de teelt, verwerking en in- en verkoop van een breed pakket biologische en biologisch-dynamische groenten. Laarakker: ‘De combinatie met Laarakker Groenteverwerking maakt ons ook nog eens tot een interessantere partij voor onze Europese klanten.’ Hij verwacht dat er bij de bewerking van de producten nog veel zal veranderen. ‘Je ziet bijvoorbeeld dat soja en peulvruchten belangrijker worden, zeker omdat het ingrediënten zijn voor de groeiende markt van vleesvervangers.’

Het teeltareaal van Laarakker beslaat in totaal ruim 7.400 hectare gangbare vollegrondsgroenteteelt en 1.200 hectare biologische en biologisch-dynamische vollegrondsgroenteteelt, verspreid over akkerbouwgebieden in Nederland en het Duitse Rheinland tot aan de regio Bielefeld en Frankrijk. Daarvoor maken Laarakker Groenteverwerking en Laarakker BIO jaarlijks vaste afspraken over de teelt en afzet met 450 telers. Ook bewerkt Laarakker een kleine 400 hectare zelf op eigen pacht- en ruilgronden.

Een actueel thema is het wegvallen van steeds meer chemische middelen in de gangbare teelten. Het bedrijf is daarom al enige tijd bezig met plaatsspecifiek bespuiten tussen de rijen. Verder wil Laarakker dit jaar grote schoffelwerktuigen met een werkbreedte van 6 meter inzetten om onkruid te bestrijden. Dit zijn schoffelmachines met de allernieuwste cameratechnieken en RTK-gps. Met deze schoffelwerktuigen wordt mechanisch geschoffeld in de rijen.

Volgens de directeur zullen in de toekomst grove akkerbouwproducten en vollegrondsgroenten, zoals koolsoorten, pompoenen en knolselderij, in driekwartsverband (ruitvorm) worden gezaaid of geplant. Zo wordt de mogelijkheid gecreëerd op twee manieren door de rijen om te schoffelen, waardoor het schoffelresultaat vele malen beter is.

Laarakker wijst op de ontwikkeling dat alles steeds meer ‘teruggaat naar vroeger’, oftewel naar telen zonder chemie. ‘Wij zien volop kansen. Onze vele hectares zijn onze grootste productiefactor en daar is nog veel meer opbrengst van te halen met de juiste technieken en innovaties.’

Het bedrijf heeft 25 oogstmachines. Een van deze machines is een nieuwe Ploeger-spinaziemaaier. Met deze machine kan direct worden gelost in lichte bulkvrachtwagens waardoor meer spinazie per vracht kan worden getransporteerd.

Interesse in robots

Maar Laarakker denkt al veel verder. ‘Wij kijken mee met diverse ontwikkelaars van robots. De tijd is niet ver weg dat autonome robots vooral de cultiveringswerkzaamheden zullen gaan overnemen. Die drang tot innovatie komt niet alleen van het management zelf, ook onze afnemers stellen steeds meer eisen aan de producten die zij aankopen’, zegt de directeur.

In 2006 is het zusterbedrijf Ecofuels opgericht dat verschillende reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie verwerkt tot energie. Van de reststromen worden via een biovergistingsinstallatie stroom, warmte, methaan (bioaardgas) en zuivere CO2 gemaakt. Voor 90 procent komt er water uit de installatie dat zo wordt gereinigd dat het is te gebruiken als beregeningswater voor landbouwpercelen of het spoelen van peen.

Het water dat over is, wordt geloosd op de Maas. Er wordt gekeken of het water kan worden vastgehouden in het naastliggende Nationaal Park De Maasduinen. Laarakker licht ook al een tipje van de sluier op wat betreft een nog efficiënter gebruik van reststromen. ‘Je zou de vezels uit peulvruchten bijvoorbeeld kunnen gebruiken voor de productie van bouwmaterialen.’

Bron: Nieuwe Oogst (8 februari 2020)